Al dat zweten in de sauna, is dat wel gezond?
Het zweten in de sauna en het daarmee gepaard gaande grote vochtverlies is helemaal niet schadelijk. Integendeel zelfs, het is inderdaad gezond, omdat er met het zweet afvalstoffen uit het lichaam worden verwijderd.
De belangrijkste manier waarmee de mens zijn lichaamstemperatuur constant houdt is door “zweten”. Als wij door middel van het afgeven en verdampen van zweet de overtollige warmte niet zouden kunnen kwijtraken, zou er in een in zeer korte tijd een hevige kunstmatige koorts ontstaan met alle gevolgen van dien.
De mens overleeft door gebruik te maken van de natuurwet dat voor verdampen warmte nodig (en deze warmte wordt aan de huid onttrokken).
Meestal ontstaat het warmteoverschot waardoor we beginnen te zweten, niet omdat de omgevingstemperatuur te hoog is (deze zou dan immers boven de 37 graden Celsius moeten liggen), maar doordat bij alle celprocessen warmte vrijkomt.
Bij inspannende arbeid komt warmte vrij. De celactiviteit die aan de spierarbeid ten grondslag ligt, berust op verbranding en bij verbranding komt warmte vrij. Dit is niet alleen het geval bij inspannende arbeid, maar bij iedere activiteit, de constante opbouw en afbraak van cellen, het in stand houden van de bloedsomloop, het functioneren van het zenuwstelsel… Er is geen moment dat het lichaam niet actief is en er dus geen warmte vrijkomt.
Omdat de lichaamstemperatuur constant rond de 37 graden Celsius moet liggen, wordt de warmte, vooral via de bloedstroom, naar de huid afgevoerd. In onze huid zitten, ingebed tussen de weefselcellen, de zweetklieren. En die zijn er in verschillende soorten. De zogenaamde holocriene zweetklieren komen overal in de huid voor en zorgen vooral voor de warmteregulatie. Andere, de zgn. Apocriefe zweetklieren, zijn verantwoordelijk voor transpireren op specifieke plaatsen, zoals de oksels en de liezen.
De onaangename geur die bij transpiratie op die plaatsen wordt verspreid, wordt veroorzaakt doordat de in het zweet voorkomende stoffen door bacteriën worden omgezet. In de sauna is het zweet bijna uitsluitend afkomstig uit de Holocriene klieren. Dit zweet bestaat voor bijna 100 procent uit water met daarin opgelost een aantal zouten, voornamelijk keukenzout. Het is volkomen kiemvrij en ziekten kunnen niet via zweet worden overgebracht.
Volwassen mensen hebben, over hun hele huid verdeeld, ongeveer twee miljoen zweetklieren. Onder normale omstandigheden wordt per dag ongeveer 50 gram water uitgezweet ( zeg maar een borrelglaasje vol) maar onder extreme omstandigheden, zoals hard werken in de tropen, kan deze hoeveelheid oplopen tot een liter per uur.
Tijdens onderzoek met een proefpersoon in een sauna is eens een zweetproductie aangetoond van drie liter per uur, in drie saunagangen van tien minuten!
Het saunabad blijkt een zeer gunstige invloed te hebben op de mate waarin men kan zweten. De zweetklieren, en daarmee het warmteregulatiesysteem van het lichaam, worden in de sauna getraind onder exceptionele omstandigheden. Veel mensen die voor het eerst in de sauna komen kunnen nog slecht transpireren. Als ze vaker komen merken ze dat het zweet in stromen van hun huid afloopt. De zweetklieren hebben dan een training ondergaan die er ook voor zorgt dat ze beter tegen de warmte kunnen op extreme zomerdagen.
Als afsluiting van het saunabad is het echter wel raadzaam om de zweetproductie met een goede afkoeling te onderbreken, omdat men anders teveel gaat (na)zweten. Ook om deze reden is de afkoeling even belangrijk als het verblijf in de saunacabine zelf.
Het grote vochtverlies door het zweten in de sauna is niet schadelijk
Een geoefend saunabader scheidt per minuut ongeveer 20 tot 40 gram transpiratievocht uit en verliest zo per saunabad ongeveer een halve tot anderhalve liter vocht. Door het aftappen van bloed in de verschillende stadia van het saunabad heeft men bij wetenschappelijke onderzoekingen kunnen aantonen dat het uitgescheiden vocht in eerste instantie direkt uit het bloed wordt afgezonderd. Het lichaam streeft er echter naar om de samenstelling van het bloed zo constant mogelijk te houden.
Een uur na de sauna heeft het bloed , ook zonder dat wij gedronken hebben, haar normale vloeibaarheid al weer teruggevonden. Het hiervoor benodigde vocht wordt daartoe uit allerlei vet-, spier- en huidweefsels onttrokken. Met het transpiratievocht worden ook melkzuren aan ons lichaam onttrokken, die bijvoorbeeld na een grote lichamelijke inspanning in de spierweefsels zijn achtergebleven. Het lichaam wordt zo door de van binnenuit aangevoerde bestanddelen van het transpiratievocht als het ware “schoongespoeld”. Deze regelmatige opruiming van in de weefsels achtergebleven stofwisselingsresten en van stoffen die hier na ziekteprocessen zijn blijven hangen, is een van de belangrijkste ‘diepte-effecten’ van het sauna-baden.
Drs. Christiaan Janssens
CRO Akwa Wellness
Bronnen